De apotheek en het recept

Een recept is een briefje dat je bij de huisarts of in het ziekenhuis krijgt

De apotheek en het recept

Voor bijvoorbeeld antibiotica en pillen voor hoge bloeddruk en suikerziekte heb je een recept nodig.
Een recept is een briefje dat je bij de huisarts of in het ziekenhuis krijgt. Met een recept ga je naar de apotheek.
In de apotheek is een balie (toonbank). Je kunt het recept aan de man of vrouw achter de balie geven. In een apotheek werken apothekers en assistenten. Je moet vaak even op je medicijnen wachten. Medicijnen kunnen pillen zijn maar ook zetpillen, een drankje of zalf. Zetpillen zijn pillen die je in de anus (gaatje waar poep uit komt) stopt. In Nederland worden niet vaak injecties (spuiten) gegeven. De apotheker of de assistente vertellen je hoe je de medicijnen moet gebruiken. Dat staat ook op het doosje, flesje of tube.
Drie maal daags twee tabletten innemen, betekent dat je in de ochtend, in de middag en in de avond twee pillen moet slikken.
Je moet de medicijnen altijd gebruiken zoals op het doosje of het flesje of de tube staat!
Geef nooit jouw medicijnen aan familieleden of bekenden. Voor anderen kunnen jouw medicijnen heel gevaarlijk zijn.
Bewaar medicijnen op een plaats waar kinderen ze niet kunnen pakken.
Soms kun je klachten krijgen van de medicijnen. Je kunt bijvoorbeeld diarree of bultjes op je huid krijgen. Als je veel last hebt moet je de huisarts vragen of je ermee kunt stoppen.
Als je medicijnen niet meer gebruikt kun je ze aan de apotheek teruggeven.

 

Vraag aan je huisarts naar welke apotheek je moet gaan.

 

Bron: https://www.gezondinnederland.info